Op het circuit van Zandvoort vonden verleden weekend de drie races plaats van de tweede manche van het Dutch GT4 kampioenschap. De overwinning zou in alle drie races naar een Corvette gegaan zijn, moest Zumbrink geen tijdstraf opgelopen hebben bij de tweede race, waardoor de BMW van Catsburg de zege cadeau kreeg.
De Corvette’s waren oppermachtig bij de kwalificaties en de eerste vrij saaie sprint race op zaterdag werd dan ook gewonnen door de C6 van Mathijs Harkema. In de meer geanimeerde tweede sprint race ging alweer een Corvette als eerste over de finishlijn, maar Zumbrink kreeg 10 seconden straftijd voor het aantikken van Braams. De overwinning viel alzo in de schoot van Nicky Catsburg. Corvette nam wraak bij de 50 minuten durende endurance race door zijn twee wagens op de eerste en tweede plaats te parkeren. Mathijs Harkema en Paul Vahstal wonnen voor Henry Zumbrink en Ferdinand Kool. De andere wagens maakten geen schijn van kans en Cor Euser was dan ook al blij met de derde plaats die hij met Freebird bemachtigde.
Ondanks dat het publiek kon genieten van twee vrij geanimeerde races kan dit niet verbergen dat het Dutch GT kampt met een groot probleem. Twaalf wagens voor 50 minuten race, is ondanks de hoge kwaliteit van wagens en piloten, werkelijk te weinig om het publiek een gans jaar te blijven boeien. Het Dutch GT kampioenschap kampt met ongeveer dezelfde problemen als het Belgian GT enkele jaren geleden. Grote teams die grote namen kunnen aantrekken domineren de races en doen de kosten de pan uitswingen waardoor de kleinere teams het kampioenschap hebben verlaten en men overblijft met een kwalitatief sterk veld, maar waar de kwantiteit zoek is. Bovendien zorgt de Balance of Performance voor constant gemor en jagen de doorgevoerde aanpassingen de kosten nog meer de hoogte in. De vraag groeit dus of met de stijgende kosten de GT4 formule nog overlevingskansen heeft op nationaal niveau.
Dutch GT te Circuit Park Zandvoort
