Nadat Thierry Deflandre op 1 oktober jongstleden, midden in de budgetronde voor het volgende seizoen, nogal plots de taak van algemeen directeur van Circuit Zolder op zich nam, klopte de redactie van Racingworld.be drie maanden later even aan bij hem. De 52-jarige Limburger met Waalse roots was reeds van jongs af betrokken bij de autosport, nadat hij dankzij zijn tweetaligheid op zeer jonge leeftijd reeds zijn intrede maakte op de veiligheidsdienst van Circuit Zolder. Vervolgens breidde hij een vervolg aan die carrière met onder andere een functie als sportcommissaris bij de RACB en de World Series. "Je kan wel zeggen dat ik van mijn passie mijn beroep heb gemaakt", lacht de voormalig CEO van Prooftag. We gingen poolshoogte nemen bij de ex-veiligheidsverantwoordelijke over hoe hij zijn "vliegende start" verteerd heeft en of hij de doelstellingen, die bij aanvang werden uitgezet, ondertussen positief en creatief heeft weten in te vullen.
Al vrij snel blijkt dat Thierry Deflandre, mede met zijn crew bij Circuit Zolder, een sterke lijn heeft uitgetekend met drie grote steunpilaren. Met de nog ietwat ontgoochelende laatste editie van de 24 Hours of Zolder in het achterhoofd, halen we meteen een heet hangijzer uit het vuur. "De allereerste uitdaging is de 24 Hours of Zolder; dat is duidelijk. Maar om een geslaagd totaal evenement, wat de 24 Hours zeker zijn, op poten te zetten, heb je in de eerste plaats actie nodig op de baan. Door de samenwerking tussen Belcar en DSC kunnen we met zekerheid een vol veld aanbieden, met het nodige spektakel op het tarmac. Daarnaast gaan we ook zorgen dat de toeschouwers een aantal mogelijkheden krijgen om de race van dichtbij te volgen, terwijl we ook het randprogramma naast het asfaltlint niet zullen vergeten. Al deze elementen bij elkaar genomen moet ertoe leiden dat deze editie er wederom eentje wordt om naar uit te kijken. Als je dan in het achterhoofd houdt dat vier van de zes Belcar races op Limburgse bodem zullen beslecht worden, dan mogen we zeggen dat onze eerste doelstelling een grote kans op slagen zal kennen", aldus Thierry Deflandre.
Nadat afgelopen seizoen het WK GT1 in haar maidenjaar het Limburgse Circuit aan zich liet voorbijgaan en Circuit Zolder tevreden moest zijn met een manche uit het Europese GT3-kampioenschap, ontstonden de plannen voor de tweede grote pijler uit het beleid: één van de WK's terug naar Vlaanderen halen. Gezien er over de hele wereld slechts vier officiële WK's (F1, Rally/WRC, GT1 en WTCC) zijn in de autosport, stond de kersverse CEO voor een huzarenstukje. "Een tweede punt waar we extra aandacht aan wilden schenken, werd al snel een luxeprobleem. Door wel gekende problemen bij onze collega-circuits kwamen we plots in de running voor de organisatie van een meeting uit maar liefst twee verschillende wereldkampioenschappen. Meetings die dan vervolgens ook nog eens in dezelfde maand vallen! Na grondige analyse van vorig seizoen en dankzij een aantal vlotte onderhandelingen hebben we de knoop doorgehakt. "We go for it!", is zeker niet teveel gezegd. Eerst is er begin april het FIA GT1 kampioenschap. Deze passage belooft een echt "Glitter & Glamour"-weekend te worden voor alle GT-liefhebbers, terwijl twee weken later de toerismewagens van dat andere WK, het WTCC, hun opwachting maken", aldus de gedreven General Manager.
Gezien van de vier WK's er slechts 2 een haalbare kaart zijn voor Circuit Zolder (voor de F1 te ontvangen is een andere keuring vereist, terwijl Rally in realiteit geen echte optie is nvdr.), heeft de omloop een ware jack-pot beet. "Klopt", steekt Deflandre van wal, "daarbij komt nog eens dat beide WK's op enkele weken van elkaar en in dezelfde maand worden verreden. Ik denk niet dat in de recente geschiedenis eenzelfde circuit deze eer was toebedeeld."
Dat Circuit Zolder meer kan bieden dan enkel autosport, is reeds langer geweten. Zo hebben liefhebbers reeds enige tijd de mogelijkheid om wekelijks het 4 kilometer lange asfaltlint te verkennen per fiets. Ook de 24 Hours of Zolder voor fietsers is komend seizoen toe aan zijn vierde editie. Hierbij nauw aansluitend is het plan om een manche van het Europese BMX-kampioenschap te organiseren. Datum? Wederom in april! Het lijkt dus niet meer dan logisch dat Circuit Zolder zich meer gaat profileren naar andere takken in de sport zoals wielerwedstrijden en, dankzij de nabijheid van het Albertkanaal, de triathlon. Hoort BMX thuis in dat rijtje? "Jazeker, dit Europees kampioenschap is de normale 'volgende stap' in de opbouw en creatie van de ploeg van Marc Wouters. Zijn team zal in de toekomst ook trachten nieuwe mogelijkheden te creëren in zowel de BMX als de immens populaire Cyclocross", bevestigt Thierry Deflandre.
Uit het verleden weten we dat Circuit Zolder al héél wat inspanningen deed in verband met het hedendaagse groene beleid. Op 14 januari werd op het autosalon reeds bekend gemaakt dat ook dit jaar inspanningen zullen geleverd worden in de vorm van de "Clean week 2020", die voor zijn editie 2011 op heel wat politieke ondersteuning mag rekenen. "Iets wat toch elk jaar belangrijker en omvangrijker wordt, de auto met alternatieve brandstoffen! Dit is een (r)evolutionair concept; Circuit Zolder wil zich hier als pionier onder de circuits positioneren en bijgevolg wordt dit dan ook de derde pijler van ons hernieuwde beleid. We gaan het overigens niet houden bij de gebruikelijke proefritten. We zullen effectief een aantal "groene" races organiseren", orakelt de sympathieke Limburger gedreven.
Alle pijlers in acht genomen, lijkt komend seizoen gevarieerder te worden dan de afgelopen jaren. Ook de trucks maken opnieuw hun opwachting, net als bijvoorbeeld de Superleague Formula en Race Wars, terwijl de wereldbeker manche in de Cyclocross het seizoen afsluit in december. "Met achtentwintig medewerkers en een honderdtal vrijwilligers klaar in de startblokken en een kalender die internationale allure uitstraalt, belooft het inderdaad een mooi seizoen te worden. Doordat we reeds vorig jaar de fundamenten konden leggen voor het komend seizoen, had ik eigenlijk op dat vlak een stapje voor. De eerste weken was het wat wennen, omdat je normaal toch op een inloop periode van een drietal maanden moet rekenen. Al bij al denk ik dat we samen met de medewerkers een degelijk programma hebben opgesteld. We kijken de toekomst alvast positief tegemoet. ", sluit Thierry Deflandre bevestigend ons gesprek af.
Foto: Martijn Wouters
Interview Thierry Deflandre: "Misschien was de vroege start wel een voordeel..."
Van onze redacteur
Dit artikel werd gepubliceerd in Nationaal
op woensdag 02 februari 2011 om 12:00